Nieuwe adel en techniek.

Zo’n 2x25x25 jaar terug, Karel de Grote, moest nog beginnen, waren in West Europa bestuur en rijkdom gestabiliseerd. In de voorafgaande eeuwen hadden enkele slimmerds zich gespecialiseerd in vechtkunst. De studie loonde. Ze vormden een ridderklasse, die in grote delen van het continent een millennium lang geld, macht en aanzien onder zichzelf verdeelde. Het voetvolk zorgde voor voedsel, onderkomen en nog zo wat. Het telde niet en is effectief uit de geschiedenis weggeschreven.

Ca. 1500 kenterde het tij. Sommigen van de onderling altijd om suprematie vechtende ridders ontdekten, dat ze hun voordeel konden doen met advies van lui die metingen deden, die nadachten en onder elkaar bevindingen uitwisselden.
In de lage landen rezen geleerden en technici in aanzien. In Italië en andere achterblijvende gebieden hielden de machthebbers hen nog een tijdlang kort. Maar de ‘verlichting’ was niet te stuiten. De invloed van denkers en doeners steeg ten koste van die van de regenteske ridderschap en hun democratische navolgers. De tweede Wereldoorlog luidde een periode in van maximale bèta-invloed.

Wij richtten de STW op, juist toen daarbuiten, ongemerkt, de verduistering inzette. Wisten wij veel? Nederland had prachtige universiteiten. De afgestudeerden behoorden tot de wereldtop. Een Instituut als het MIT in Boston bijv. beschouwde een kersverse Nederlandse doctor als een goede Amerikaanse PhD met twee jaar postdoc ervaring. Het universitaire onderzoek was navenant. Waarom dan een Technologiestichting? Er waren tal van redenen. De belangrijkste was wel: er gebeurt zoveel schitterend onderzoek om de kennis van de mensheid te vergroten; daarvan moet een groter deel sneller tot toepassing in de samenleving komen. Omdat het Ministerie van Economische Zaken de basis-middelen van OC&W suppleerde, kwam het accent al vlug te liggen op toepassing in economische bedrijvigheid. Daar was niets mis mee.

Maar verduisteren gaat vlugger dan verlichten. Als een raket schoot rond om ons heen het genus van de nieuwe machtszoeker omhoog. De opkomende elite wil controle over mensen en geld. Die vervangt het zwaardvechten, paardrijden en het bezit van ijzersterke kleding. Communicatie, management, wetskennis, economie en marketing in plaats van die ouderwetse machtsinstrumenten.

Zo is de omgeving van de STW in 25 jaar drastisch veranderd. Omdat de machtselite net als 1000 jaar geleden nergens iets van begrijpt, behalve van het handhaven van de macht, beheerst ze de werkelijkheid met ‘indicatoren’. Voor de universiteiten betekent dat bv. een aansporing hun bèta-niveau te verlagen (premies op weinig uitval en meer afgestudeerden). De kwaliteit van het onderzoek wordt gemeten naar het geld dat het de nieuwe elite oplevert, ook al wendt die daartoe de nieuwe kennis aan in Verwegistan.

Welke rol ik zie voor de STW in de gewijzigde omgeving?
Ooit keert de wal het tij. Alleen met echte, originele, geavanceerde kennis houden we in West Europa op den duur het hoofd boven water. Zelfs de oliedomme economische elite zal dat eens begrijpen en dan wordt het weer lichter. Gewoon doorgaan dus met het steunen van het beste praktische onderzoek.

Nieuwegein, 2006 09 15.
Gepubliceerd als 'column' in: 25 Jaar STW; wetenschap in bedrijf, STW-2006 10 02-01. Zie ook De Ingenieur 118, nr.21 (2006)p. 46..